Kipfilet: een eenvoudiger product lijkt nauwelijks voorstelbaar. Maar schijn bedriegt. Achter kipfilet zit een complexe en geavanceerde productieketen met een groot aantal (ca. 40) uiterst gespecialiseerde en innovatieve spelers, van pluimveehouders, topfokbedrijven, vangploegen, transporteurs tot slachterijen; van sojatelers in Brazilië tot mengvoerbedrijven in Nederland; en verder stallenbouwers, fabrikanten van slachtmachines, mestverbranding en farmaceutische bedrijven. De hightech innovatie en specialisatie zijn aangejaagd door marktwerking en hebben van kip een voor iedereen betaalbaar product gemaakt en ook de ecologische footprint van de productie sterk verlaagd. Vanuit het oogpunt van klimaatverandering is kip bijvoorbeeld de meest gunstige vleessoort. Nederlandse bedrijven spelen in de innovatie en specialisatie in het productieproces een prominente rol.
De Nederlandse pluimveevleesketen benadert de markt zoals Adam Smith die bedoeld heeft. Bedrijven in alle schakels van de keten concurreren met elkaar op het scherpst van de snede en de marges zijn flinterdun. Daardoor zijn de revenuen van de gedaalde kostprijs vrijwel geheel ten goede gekomen aan de consument. Keerzijde van de concurrentie is dat tussen schakels in de keten relevante informatie niet wordt gedeeld. Er is geen overzicht, laat staan regie, over de gehele keten. Dat maakt het lastig om zonder externe druk significante stappen te zetten op thema’s die niet één op één zijn gekoppeld aan kostprijsverlaging en daaraan gekoppelde efficiëntie, zoals structureel antibioticagebruik en toenemende resistentieproblematiek, tekortschietend dierenwelzijn en productie van veevoer in Zuid Amerika ten koste van biodiversiteit en klimaat.
Parallel hier aan zijn de sector en de samenleving van elkaar vervreemd. De productie van kip vindt plaats in een anonieme keten die nauwelijks zichtbaar is. Kippen worden gehouden in gesloten schuren op het platteland waar men de dieren niet kan zien – ook vanwege hygiëne-eisen – en hoogstens kan ruiken. Kipfilet is een product waaraan alles wat herinnert aan een dier, zoals botten, bloed of kippenvel, netjes is verwijderd. De consument koopt graag kipfilet, maar wil liever niet weten hoe die is geproduceerd. Mede in reactie daarop heeft de pluimveeketen een introverte, defensieve cultuur ontwikkeld. De pluimveehouder die vertelt dat hij snelgroeiende vleeskuikens afmest, valt vaak hoon ten deel, hoewel vrijwel iedereen kipfilet eet. Weinig consumenten zijn bereid meer te betalen voor filet die is geproduceerd volgens een hogere standaard. Ze zijn gewend - om niet te zeggen verslaafd - geraakt aan de lage prijs.
De druk uit diezelfde samenleving, met name vanuit maatschappelijke organisaties, politiek en overheid, is opgevoerd om stappen te zetten in de problematiek van antibioticaresistentie, dierenwelzijn en milieu. Een doorbraak naar een integrale verduurzaming van het hele systeem en een hogere prijs lijkt mogelijk, maar dan moet wel zijn voldaan aan nieuwe voorwaarden voor het productiesysteem: ketenregie, samenwerking, kennisdeling en communicatie met de samenleving.
In dat verband hebben de schrijvers zes aanbevelingen geformuleerd:
Wilt u het gehele rapport inzien, klik dan hier.