Het doel van dit verkennend onderzoek is het ontwikkelen van een perspectief voor integraal duurzaam bodemgebruik naar aanleiding van bodemdegradatie en diepploegen in Flevoland.
De Flevopolder staat bekend om zijn zeer vruchtbare gronden. Toch is op veel plaatsen binnen een generatie boeren de bodemvruchtbaarheid verminderd door verslechtering van de bodemstructuur. Dit kan worden veroorzaakt door zowel het ‘natuurlijke’ bodemproces na inpoldering, als door intensieve bedrijfsvoering.
Door de structuurverslechtering wordt het steeds moeilijker om op zware gronden een bouwplan toe te passen dat voldoende saldeert voor het benodigde bedrijfsrendement. Een deel van de akkerbouwers heeft diepploegen toegepast tot een meter diepte of meer, als interventiemaatregel om de bodemstructuur te verbeteren. Dit is een rigoureuze maatregel die vaak slechts één keer zin heeft. Bovendien heeft diepploegen, afhankelijk van de lokale omstandigheden, potentieel nadelen, zoals voor de waterhuishouding: de natuurlijke drainage wordt verstoord en het waterbergend vermogen van de bodem kan worden verminderd. Diepploegen moet dus met deskundig advies worden voorbereid en uitgevoerd.
De akkerbouwer staat steeds meer in een spanningsveld tussen korte- en lange-termijnbelangen. Dat geldt zeker voor bodemvruchtbaarheid. Hij ervaart vanuit de markt een druk op winstmaximalisatie op de korte termijn. Deze focus op de korte termijn in de keten geeft weinig ruimte voor het behoud van bodemvruchtbaarheid op de lange termijn.
De handel in de rest van de keten lijkt los te staan van de zorg voor de bodem. Omdat in de akkerbouw gewasrotatie plaats vindt, is de verbinding tussen de bodem en ketenpartijen niet alleen indirect, maar ook roulerend. Dat staat een medeverantwoordelijkheidsgevoel van ketenpartijen voor de bodem in de weg.
Daarnaast dragen de hoge grond- en pachtprijzen bij aan de focus op de korte termijn omdat dit akkerbouwers dwingt om op zo kort mogelijke termijn zoveel mogelijk geld aan hun grond te verdienen. Sinds 2007 leidt ook de geliberaliseerde pacht tot aanzienlijk hogere pachtprijzen en kortere pachtperioden.
Het belang van de samenleving en van toekomstige generaties in de bodem als natuurlijk kapitaal (ecologie en economie) staat in het huidige speelveld in de keten van akkerbouwer tot consument nog te vaak buiten spel. Daarmee is de lange termijn bodemvruchtbaarheid niet geborgd.
Er zijn vele initiatieven waarin in de keten van boer tot consument aan verduurzaming wordt gewerkt en die bijdragen aan de ontwikkeling van duurzaam bodembeheer. Karakteristieke onderdelen van dergelijke initiatieven zijn: verkorting van de keten 6 (overslaan van tussenschakels), samenwerking tussen de afzonderlijke schakels in de keten, vergroting van transparantie, regionalisering, versterking van de betrokkenheid tussen consument en producent en kennisdisseminatie en –uitwisseling.
In dit rapport zijn een aantal aanbevelingen gedaan die steeds geadresseerd zijn aan onderscheiden stakeholders. De belangrijkste aanbevelingen zijn:
Wilt u het gehele rapport inzien, klik dan hier.